SCHATTEN IN ALTENA
TENTOONSTELLING 75 JAAR KRING

Onrechtstreeks is het de schuld van de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog dat Kontich nu beschikt over een van de mooiste en rijkste musea van de historische Nederlanden (de steden uiteraard buiten beschouwing gelaten). Tijdens de bezetting had de overheid de bevolking opgelegd om de zolders op te ruimen. Een actie waarbij “wie weet hoeveel oude papieren, speelgoed, kerkboeken, lekke mooren, manke kandelaars en postuurkens hierbij verloren gingen”.


Twee heemkundige reuzen:
Jozef Weyns (Bokrijk) en Jozef Van Herck

En toch is er nog heel wat overgebleven. Dat is te danken aan toenmalig deken Jozef Van Herck, die samen met een handvol lokale deskundigen en helpers, in 1943 beslist heeft om in Kontich een Kring voor Heemkunde op te richten, met als doel om zoveel mogelijk van het lokale erfgoed te verzamelen en te redden voor het nageslacht.

De resultaten van dat initiatief zijn uitermate succesrijk geweest. Jozef Van Herck (1888-1984) was toevallig ook kunsthistoricus en telg uit een gerenommeerde familie van antiquairs in Antwerpen. Zo zorgde hij ervoor, mede dank zij zijn fijne neus voor waardevolle oude spullen, dat de kring op voordelige wijze oude gebruiksvoorwerpen en huisvlijt kon verwerven. De collectie voorwerpen groeide snel aan, maar kwam toch vooral tot stand door schenkingen van dorpsgenoten.

En zo groeide de nood aan een museum. En dat kwam er, vanaf 1959 op de zolders van de gemeentelijke jongensschool in de Molenstraat. Daarna een tijd lang in het oud-gemeentehuis (met een beperkte selectie) om uiteindelijk in 1999 definitief onderdak te vinden in de gebouwen van de vroegere brouwerij De Arend aan het Sint-Jansplein, met de bibliotheek als naaste buur.

Ondertussen had rustend pastoor-deken Van Herck zijn huis met grote tuin in de Duivenstraat aan de Kontichse gemeenschap geschonken, met als voorwaarde dat de kring voor heemkunde er gebruik mag van maken als documentatiecentrum. En dat de gemeente zorgt voor een gepaste ruimte om de collecties te exposeren. De collecties zijn evenwel zo omvangrijk dat zowel de reserves van het museum als het documentatiecentrum nu uitpuilen van de onvermoede schatten die in de toonkasten geen plaats hebben gevonden.

75 jaar Kring voor Heemkunde is nu een ideale gelegenheid om een selectie van deze verborgen schatten aan het publiek voor te stellen. We doen een greep uit het geheel.

MERKLAPPEN EN PRONKROLLEN

Uit onze verzameling, één van de grootste van Europa, schenken we vooral aandacht aan de samengestelde doeken die wegens hun afmetingen niet permanent in het museum kunnen worden getoond. Uiteraard zijn er ook enkele topstukken uit onze wereldvermaarde collectie merk- en stoplappen en letterdoeken.

Via verschillende handwerktechnieken werden de meisjes op deze manier tijdens hun schoolopleiding op de huishouding voorbereid. En de vaardige Lapzussen tonen hun hedendaagse creaties.


SPINNEWIELEN

Enkele jaren geleden schonk Jef Coenen zijn collectie spinnewielen aan het museum. Het gaat om originelen en door Jef gemaakte kopieën. Jef Coenen (1926-2017) was een handige schrijnwerker die gepassioneerd was door alles wat met spinnen en spinnewielen te maken had. In de loop der jaren bouwde hij een unieke verzameling spintollen en spinnewielen op, met exemplaren uit alle windstreken.

Tijdens de tentoonstelling geven enkele dames een spindemonstratie en kan je op een instructieve film van a tot z volgen hoe een spinnewiel werd gebouwd.

OPGEZETTE VOGELS

Toen vogelvangen nog een eerbare hobby was, in lang vervlogen tijden, was er in Kontich ook een bloeiende vogelvangstvereniging actief, en, niet helemaal naast de kwestie, noemde deze vereniging zich “De Sperwer”.

Ze vingen niet alleen vogels, maar vlijtig en deskundig beoefenden ze ook de taxidermie. Na verloop van tijd hadden ze zo een unieke collectie opgezette vogels bij elkaar gevangen en tentoongesteld in een gigantische kast in hun clublokaal in de Molenstraat.

Op het einde van de jaren 50 werd de vereniging opgedoekt. De ganse verzameling, een 300-tal opgezette vogels, werd dan met kast en al door de Kring voor Heemkunde aangekocht.

 

Het gaat hier om vogels gevangen in Kontich en omgeving. Het grootste deel van deze collectie vogels komt niet meer voor in onze regio, zoals de roerdomp, de grauwe gors, de wielewaal…

En tussen haakjes: het is een unieke collectie die een betere plaats verdient dan de stoffige zolder van de gemeenteschool!

ABRAHAM HANS

Aan Abraham Hans hebben we in ons tijdschrift Reineringen al heel wat artikels gewijd. Ten onrechte is de man die heel wat Vlaamse kinderen indirect heeft leren lezen wat uit de belangstelling geraakt. Maar de man heeft een enorm oeuvre nagelaten. Iets wat we op deze tentoonstelling proberen te evoceren.

JOZEF VAN HERCK en WO I

Jozef Van Herck was meer dan deken van Kontich en oprichter van de heemkundige kring. Als aalmoezenier van het 1e regiment, 2e bataljon grenadiers verbleef hij vier jaar aan het IJzerfront en maakte hij wel en vooral wee mee van de frontsoldaten. Hij noteerde zijn lotgevallen in een dagboek en al fietsend bezocht hij de wereld achter het front. Als verwoed fotograaf nam hij er honderden foto’s en noteerde wat er in de kerken aan erfgoed te vinden was voordat het werd kapotgeschoten. Wij tonen een deeltje van zijn persoonlijke bezittingen en foto’s.

PRENTEN EN SANTJES

Aanvankelijk maakte de drukkunst gebruik van houtsneden om de boeken te illustreren. Maar vanaf het laatste kwartaal van de zestiende eeuw wordt overgeschakeld op de kopergravure, vooral voor kleine prenten, want met de graveernaald kan de kunstenaar de details van een tekening beter tot hun recht laten komen.

Nu valt deze overschakeling van hout op koper samen met de bloei van Antwerpen als wereldstad voor handel, cultuur en kunst. De Antwerpse kunstenaars zijn verenigd in een machtige Sint-Lucasgilde, waarvan de archieven van 1553 tot 1794 bewaard zijn. Van ca. 1575 tot aan de Franse Revolutie slaagt Antwerpen erin, dank zij een leger beroemde kunstenaars en kopergraveurs, een quasi wereldmonopolie te behouden voor deze koperprentjes. Ze werden over de ganse wereld verhandeld via verkoophuizen in Wenen, Lissabon, Madrid, Indië, China, Japan…

Maar ook de Contrareformatie was een belangrijke factor in het succes van de prentjes. Zij maakte ervan gebruik als propagandamiddel voor het Roomse geloof, tegen de protestantse Hervorming. Zo ontstonden ontelbare godvruchtige en moraliserende beeldekens bestemd voor zowel intellectuelen als ongeletterden. Zeker bij deze laatste categorie waren ze populair, omdat men dacht dat ze beschermden tegen de pest en ander levensbedreigend onheil.

De verzameling, meestal bekomen door giften, werd door de jaren omvangrijk. Ze omvat momenteel:

• Handgeschilderde miniaturen zowel op perkament als op papier. Vermelden we hier vooral een reeks miniaturen op perkament, met afbeeldingen van de kledij van de talrijke geestelijke ordes te Antwerpen.

• Gravures : zoals de “Trap des Levens”, uitgebeeld in 10 taferelen van telkens 10 jaar, van geboorte tot dood. Van enkele belangrijke Antwerpse graveurs bezitten we ook koperplaten: Theodoor van Merlen, Charles de Mallery / Theodorus Galle, Anton Wiercx / Joan Galle.

• Knip- en prikwerk, prenten bekleed met stof, stroprenten en nog veel meer.

De traditie van de prenten leeft bij ons nog voort onder de vorm van de doodsbeeldekens of bidprentjes die worden uitgereikt tijdens een begrafenis en van de communie- en/of vormselsantjes.

Naast de prenten en santjes hebben we nog enkele oude toponymische kaarten van Kontich-Lint en Waarloos. Daarop ontdek je hoe het stuk grond heet waar je woont.

Tenslotte is er nog de laat 15e-eeuwse perkamenten kopie van een “Octrooi” uit 1197 (klik op de foto voor een vergroting - even geduld aub), waarbij Boudewijn IX van Vlaanderen toelating vergunt aan de Cisterciëncer abdij van Clairvaux (dept. Aube, F), om zich te verplaatsen over zijn staten, o.m. naar Ten Duinen, en dit vrij van alle tolrechten. Brugge 1197. Clairvaux is een stichting van Sint-Bernardus in 1114. In de rand, in vier vakken, de vorst in gesprek met abten en abdissen der orde, met hun typische witte pij. Bemerk het fries met bloemen en vruchten, dat verwijst naar 1475-1525. Boudewijn IX regeerde van 1194-1205. Hij was Boudewijn IX graaf van Vlaanderen, Boudewijn VI graaf van Henegouwen en Boudewijn I keizer van Constantinopel.

OUDE BOEKEN

Onze collectie oude boeken kende een uitzonderlijke groei. Via een collega uit Lier, werd Jozef Van Herck ervan verwittigd dat de geestelijke boeken van het Convent van Lier, dat opgedoekt werd, vernietigd zouden worden. Deken Van Herck liet dit niet gebeuren en bracht hele stapels naar Kontich.

De tentoongestelde boeken zijn o.a. missalen, gebedenboeken, “wetenschappelijke” werken over veldchirurgie, elektriciteit, cartografie, een Vlaams manuscript ca. 1500, e.d.

De tentoonstelling in de Altenakapel (Antwerpsesteenweg 79) is geopend op 29/9, 30/9, 3/10, 5/10 en 7/10 van 14 tot 17 u en op 1/10 en 8/10 van 20 tot 22 u.

Tekst: Guido Theys & Guido Pede. Foto’s: Kring voor heemkunde.
Uit ons tijdschrift Reineringen, jaargang 9, Nummer 3 (juli-september 2018).

Lees ook het artikel "De heemkundige kring 75 jaar: een platina jubileum"

En vind HIER de lijst van alle heemkundige "Sprokkels" over Kontich-Waarloos.

Zoeken in onze website


Created: 03/10/2018

© 2003-2018 - MuseumKontich - Alle rechten voorbehouden